Tussen de laatste namen die we voor deze editie van TakeRoot bekend maken, prijkt niets minder dan een legendarische act: Giant Sand, de band rondom de Amerikaanse singer-songwriter Howe Gelb.
Hoe schrijf je over een uit Tucson, Arizona afkomstige muzikant die al dik veertig jaar muzikale conventies aan zijn (cowboy)laarzen lapt? We kunnen clichés als baanbrekend, opzwepend en meesterlijk uit de kast trekken. Bij deze. We kunnen je vertellen dat Giant Sand en Gelb al sinds halverwege de jaren tachtig zo’n veertig albums – we zijn de tel een beetje kwijt – uitbrachten. Qua sound varieert het van underground gitaarsongs, jazz, gipsy, oldskool americana, postpunk, woestijnrock, garage, altcountry, avant-gardistische noise, flamenco tot zelfs een echte country-rockopera. Nee, aan experimenteerdrift geen gebrek.
De bezetting van Giant Sand wisselde in vier decennia veelvuldig. Zo maakten onder meer Joey Burns en John Convertino – alweer jaren bekend van Calexico – deel uit van de groep. Gelb is en blijft echter het onbetwistste middelpunt, de ronkende motor dankzij wie Giant Sand zich steeds opnieuw uitvindt, het unieke oeuvre verder uitbouwt en oude nummers opgefrist. In 2018 en 2019 werden de eerste twee albums, Valley of Rain (1985) en Ballad of a Thin Line Man (1986), opnieuw opgenomen en uitgebracht onder licht gewijzigde titels. Howe Gelb blijft vooruitkijken, vernieuwen en de grote tradities van onze muziekgeschiedenis herinterpreteren. Waar hij ons naartoe leidt, zullen we simpelweg moeten afwachten.