Drie mensen staan in een schilderij omgeving, omringd door bloemen, in authentieke kleding

Achter de schermen bij ‘Nachtwacht’

Nieuws

Nachtwacht, de nieuwste grote interdisciplinaire productie van NITE, Club Guy & Roni, HIIIT, Asko|Schönberg en NKK NXT, gaat over het levenseinde van een oude man – gespeeld door acteur Jack Wouterse. Terwijl hij snel aftakelt en steeds meer in de war raakt, probeert het zorgpersoneel hem in het ritme van het leven te houden. Intussen worstelen zijn familieleden – zijn zoon, dochter en kleindochter – ieder op hun eigen manier met het naderende afscheid.

Een klein verhaal, dat groots wordt gebracht: zes dansers, zeven acteurs, zes muzikanten en acht koorzangers zetten samen een even energieke als ontroerende performance neer rondom ‘voltooid leven’, loslaten en het omarmen van nieuwe systemen. Onze redactie sprak met Guy Weizman, artistiek directeur van NITE en verantwoordelijk voor deze omvangrijke regie, acteur Jack Wouterse en choreograaf Roni Haver, artistiek leider van Club Guy & Roni.

Guy Weizman over de nieuwe NITE-voorstelling ‘Nachtwacht’

Wiens idee was het om een voorstelling over dit onderwerp te maken?
“Het idee kwam van toneelschrijver Rik van den Bos. Nadat zijn opa was overleden had hij het logboek gestolen, met de dagelijkse notities van het zorgpersoneel; korte, objectieve
aantekeningen, waarin zijn opa onpersoonlijk werd aangeduid met ‘Dhr’. Aan die notities was af te lezen hoe zijn opa achteruitging en eigenlijk niet meer wilde en hoe de zorg er
intussen op gericht bleef om hem in leven te houden. Dat logboek wilde hij als ruggengraat gebruiken voor een nieuwe tekst. Toen hij met dat idee bij mij kwam was mijn moeder net overleden. We hebben die twee werelden samengevoegd en daar is de outline voor dit stuk uit ontstaan.”

Wat zijn de belangrijkste thema’s?
“De voorstelling gaat in eerste instantie over hoe wij in onze samenleving omgaan met de dood en met het sterven van onze naasten. We doen vaak net alsof het niet bestaat. We hebben het altijd over hoe je goed moet leven, maar bijna nooit over hoe je goed moet doodgaan. Roni en ik hebben beide onze ouders verloren en gemerkt dat er weinig instructies zijn. Er is geen handleiding voor. We hebben het behoorlijk slecht voor elkaar op dat gebied, in onze kapitalistische en individualistische maatschappij. We zitten allemaal in een rollercoaster van werk en carrière en de zorg voor onze kinderen; als een van je ouders doodgaat is dat vaak iets wat niet goed uitkomt. We hebben het systeem zo ingericht dat er geen tijd en ruimte is om onze stervende ouders te begeleiden, dat is echt crazy!

We laten onze dierbaren in hun meest kwetsbare toestand, als ze oud en ziek zijn, over aan vreemden. Aan een zorgsysteem, waar een heleboel fantastische en toegewijde mensen werken, maar dat intussen zwaar onder druk staat door bezuinigingen en personeelstekorten. De problemen in de zorg zeggen veel over de prioriteiten in onze maatschappij, waar geld belangrijker is dan mensen. Dat is zeker ook een thema in het stuk. Daarnaast gaat het over familieverhoudingen en hoe die veranderen als er een familielid wegvalt. In dit geval ook nog eens een heel bepalend familielid, de patriarch die altijd alles heeft besloten. Hoe moeten ze verder, als familie, nu de Jenga-toren instort? Het is de kleindochter die een poging doet om een ander systeem te bedenken, om ‘een ander schilderij’ te laten zien. In die zin gaat het dus ook over emancipatie en over hoe de dood tot nieuwe dingen kan leiden.”

“Ik zou net zoveel van de dood willen leren houden als ik van het leven hou”

— Guy Weizman

De titel Nachtwacht heeft dus ook iets te maken met het gelijknamige schilderij?
“Het is een referentie naar de 17e-eeuwse rijke witte mannen die erop staan afgebeeld, als symbool voor het patriarchaat en het kapitalisme. Maar voornamelijk slaat de titel letterlijk
op de nachtelijke wake bij een sterfproces, een fase tussen leven en dood. Ik heb dat recent meegemaakt met mijn moeder; de laatste nacht van haar leven heb ik aan haar bed gezeten. Dat was een van de zwaarste dingen die ik ooit heb gedaan, maar het was ook een overweldigende, spirituele ervaring. Ik zag mijn opa, die ik nooit heb ontmoet en ik heb
een gesprek gevoerd met mijn overleden vader. Het was … powerful, dat is het beste woord.”

Ik heb een beetje door het script mogen bladeren en zag een heleboel verwijzingen naar de Griekse mythologie.

“De schrijvers Rik van de Bos en zijn partner Marieke van Veen hebben de mythologie als een soort plattegrond gebruikt. Op een bepaald moment verschijnt Hermes, de zielenbegeleider die ‘Dhr’ meeneemt naar de onderwereld. Hij laat hem de verschillende plekken zien waar hij kan eindigen, aan de overkant van de Styx. Er zijn bijvoorbeeld de Elyzeese velden, een soort hemelse omgeving, maar er zijn ook de Asphodelvelden, waar je eeuwig blijft ronddolen. En er is de Cocytus, de rivier van de weeklachten, waar je altijd blijft huilen. Het is een beetje zoals La Divina Commedia, maar dan de mythologische tegenhanger.”

Hoe komt het interdisciplinaire tot uiting in de voorstelling?
“We beginnen heel concreet, met teksttoneel en een verhaal met veel context. De dansers zijn er al, maar dansen nog niet; ze acteren als zorgpersoneel. Geleidelijk aan begint
de voorstelling steeds meer te zweven, je komt langzaam in het hoofd van ‘Dhr’, waar de dingen surreëler worden. In zijn hallucinaties bewegen de mensen anders, de wereld van Hermes begint als een soort vloed de ruimte te vullen. Muziek en dans nemen steeds meer over en dat gaat door tot we eindigen in een rave. Ik denk dat de dood ook op een spirituele
manier beschreven kan worden en een rave komt daar voor mij het meest bij in de buurt. Zoals wanneer je op een festival bent en de zon opkomt en je je even één voelt met het universum.”

Het is een lange voorstelling, met een pauze. Waarom zo lang? En hoe hoop je dat mensen na vier uur de zaal uit komen?
“Het moet een lange voorstelling zijn, omdat het niet zomaar een verhaaltje is. Je hebt tijd nodig om je in die wereld onder te dompelen en mee te kunnen leven met ‘Dhr’ en zijn familie. Om tot nieuwe inzichten te komen, moet je dat hele proces meemaken. Ik hoop dat mensen na de voorstelling denken: ik ga het anders doen, met mijn ouders. Of met mijzelf. Of met de buurman. Ik zou willen dat we met z’n allen een beter plan maken. Dat we de dood minder wegstoppen, er meer over praten, er minder bang voor zijn. Ik zou net zoveel van de dood willen leren houden als ik van het leven hou.

We moeten de dood misschien ook minder framen als alleen maar negatief; het zet vaak ook positieve transformaties in gang. Mensen die een ingrijpend sterfgeval hebben meegemaakt gaan daarna vaak dingen anders doen. Ze stoppen met de baan die ze niet leuk vinden. Ze gaan liefdevollere keuzes maken voor zichzelf. Het zou natuurlijk nog mooier zijn als daar niet eerst iemand voor dood hoeft. Ik hoop vooral dat het publiek opgeladen het theater verlaat. Dat kan bijna niet anders, want het is een hele energieke voorstelling. Niet zwaar of depressief, maar enerverend en ontroerend. En grappig; in de meest tragische situaties zitook vaak heel veel humor.”

Acteur Jack Wouterse: “Ineens is er zo’n moment dat je denkt: wow!”

“Wat ik zo mooi vind aan dit theatergezelschap is dat het echt ergens over gaat. Dat heb ik al gevoeld toen ik acht jaar geleden voor het eerst met NITE werkte, in de voorstelling
SALAM. Guy heeft idealen, een beetje John Lennon-achtig: Imagine, je weet wel. Hij gelooft ergens in en daar wil hij over vertellen. Ik ben zelf ook een oude hippie, ik vind het daarom
heel fijn om hier weer te zijn.”

“Het is overigens wel flink aanpoten; Guy heeft een heel aparte manier van werken. Als acteur ben je gewend om een scène te spelen en daarin naar een climax toe te werken, maar
hier gelden andere codes. Omdat al die disciplines, al die verschillende talen, bij elkaar moeten komen. Er staan in deze megaproductie zo’n dertig mensen op het toneel: acteurs,
dansers, musici en zangers, die allemaal samen één verhaal vertellen. Het is een soort stoommachine die in beweging komt en daar moet je in mee durven gaan. Er gebeurt van alles tegelijk, het is allemaal heel veel. En binnen al dat theatrale geweld zijn er dan ineens mooie kleine momenten, die maken dat het even stil is en je denkt: wow… ja.”

“Het thema gaat me zeer aan het hart. En aan het hart van velen, denk ik. Het is een onderwerp dat iedereen kent of nog gaat meemaken, iedereen heeft een opa en oma en een vader en moeder. Mijn ouders zijn overleden, allebei na een behoorlijke lijdensweg. Sterven van ouderdom is vaak een langzaam proces, met verschillende fases. Het is een periode van afscheid nemen, daar is die tijd voor bedoeld. Het spelen van deze rol zet me natuurlijk ook aan het denken over mezelf: ik ben nu 67, dus over tien of vijftien jaar is het misschien mijn beurt. Ik heb besloten om vanaf mijn tachtigste verjaardag ieder jaar te kijken of ik nog wel wil. Want ik ga liever als ik nog goed ben, dan dat ik een jaar te laat ben en het niet meer in eigen hand heb, zoals mijn personage in de voorstelling. Zo denk ik er nu in elk geval over.”

“Wat ik ook fijn vind is dat deze voorstelling over familie gaat. Ik ben een echt familiemens. Ik vind mijn werk leuk, maar ik vind mijn familie nóg leuker. Ik ben al 46 jaar met mijn vrouw en verliefder op haar dan ooit. Voor deze productie woon ik tijdelijk in Groningen, maar in de weekenden ga ik naar huis. Als ik binnenkom staan mijn vrouw, mijn hond en mijn kleinkind met z’n drieën te kwispelen, dat is het mooiste beeld dat ik ken. In dit stuk speelt Sarah Janneh mijn kleindochter. Dat is zo leuk! Het werkt heel goed, we hebben samen echt die gein van een opa met een kleindochter. En ze is natuurlijk ook gewoon om op te vreten, met haar energie en humor.”

“Ik wil het publiek meer intuïtief raken”

— Roni Haver

Choreograaf Roni Haver

“Iedereen krijgt in het leven te maken met afscheid, verlies en rouw. Het is een universeel verdriet; op zekere momenten in ons leven zullen we allemaal om hetzelfde huilen, ook al
beleeft ieder mens het op zijn eigen manier. Ik denk dat deze voorstelling herkenbaar en troostend zal zijn voor iedereen die iemand heeft verloren aan ziekte of ouderdom, en ook voor iedereen die daar nog mee te maken krijgt en er bang voor is.”

“Het is mijn rol als choreograaf om een laag aan het verhaal toe te voegen, om ook andere delen van de hersenen van de toeschouwer te raken. Niet via de ratio, maar meer intuïtief. Wat voor mij interessant is aan deze voorstelling is dat het heel realistisch en vrij statisch begint, maar gedurende het verhaal steeds fysieker wordt, naarmate de hoofdpersoon dichter bij de dood komt en de kracht om te denken verliest. Ik heb me laten inspireren door het rauwe en genadeloze van de dood, maar vooral door het hallucinante en spirituele rondom het stervensproces.”

“Guy en ik werken al zo lang samen, dat we elkaar volledig vertrouwen en vrij laten. Hij bemoeit zich niet met mijn choreografie – ik werk veel met de dansers apart – en ik niet met zijn regie; ik vind het iedere keer weer mooi om te zien hoe mijn bewegingstaal onderdeel wordt van de totale compositie.”

Drie mensen staan in een schilderij omgeving, omringd door bloemen, in authentieke kleding

NITE - Nachtwacht

Nachtwacht is een typische NITE voorstelling: energiek, muzikaal en hyper actueel. Na de succesvolle voorstelling Salam is Jack Wouterse terug bij NITE. In een gitzwart, oergrappig en dieptriest stuk dat via ouderdom en sterven thema’s als familie, emancipatie en autoriteit behandelt. 

Te zien van 13 maart tot 25 april

Interview: Yvon van Apeldoorn