Een persoon zit op een stoel en speelt gitaar in een sfeervolle ruimte met planten en een lamp op een bijzettafel.

Het mysterie van de ud

Blog

Door Rob Kasteleijn | foto's: Brendon Heinst en Fouad Hallak

Wat maakt de klank van de ud zo bijzonder, de Arabische luit die in handen van een gepassioneerd en bedreven bespeler de luisteraar ontroert, emotioneert en recht in het hart lijkt te raken? Jaber Fayad (Syrië, 1989) is  een magistraal bespeler van het eeuwenoude instrument. In 2015 studeerde hij af aan het conservatorium in Damascus. In de herfst van dat jaar verliet hij zijn geboorteland met het plan om zich in Europa verder te ontwikkelen als muzikant. Fayad belandde in Nederland, maar over die tijd praat hij eigenlijk liever niet. “Ik wil het hebben over mijn muziek, over mijn toekomst als componist en muzikant, niet over mijn verleden als vluchteling”, aldus Fayad. “Ik wil dat mensen mij zien als muzikant, niet als ‘Syrische’ muzikant.” Dus praten we over hoe hij in korte tijd zijn muziekpraktijk in Nederland opbouwde, over de prachtige muziek die hij over het publiek uitstrooit, alleen, met zijn band Sirocco of met andere musici, en natuurlijk over het mysterie van de ud.

“De ud is de moeder van alle tokkelinstrumenten. Het is de voorloper van de Europese luit en daarmee dus ook de voorloper van de gitaar. Maar net als een viool of cello, en anders dan een gitaar, heeft een ud geen fretten, waardoor je als muzikant zogenaamde microtonen kan spelen, de tonen tussen de twaalf halve stappen van de chromatische toonladder. Dat is een beetje een technisch verhaal, maar dat zijn noten die je op een piano of gitaar niet kunt spelen, maar die je in harmonie brengen met het universum. Dat klinkt vaag, maar alles wat geluid maakt bestaat uit trillingen, net als ons universum. En die trillingen hebben weer invloed op een mens. De ud is ook niet voor niets een van de traditionele instrumenten binnen de soefimuziek. Er is nog een andere reden waarom de warme klank veel luisteraars rechtstreeks in het hart lijkt te raken. Meestal hoor je de ud solo, maar ook in samenspel met andere musici heeft het instrument een eigen rol, het wordt nooit gebruikt als puur begeleiding. Via de snaren van de ud kan ik dus mijn diepste gevoelens overbrengen en onverbloemd vertellen wie ik ben en wat er in mij omgaat. Dat ervaar je als luisteraar.”

Wanneer kwam de ud in jouw leven?
“Ik ben begonnen toen ik acht jaar was. Er werd bij ons thuis wel naar muziek geluisterd, maar niemand in mijn familie speelde een instrument. Het verhaal begint eigenlijk bij mijn toenmalige buurjongetje. Ik moet eerlijk bekennen dat ik als kind een beetje een pestkop was. Ik maakte soms ruzie met hem of liet hem mijn huiswerk maken. Ik was ook best sterk voor mijn leeftijd. Tot ik hem op een dag op de ud hoorde spelen die hij van zijn ouders had gekregen. Ik vond het prachtig en vertelde mijn moeder dat ik dat ook heel graag wilde leren. Een paar dagen later kwam zij thuis met een ud en ging ik samen met die buurjongen naar les. Maar al snel vond ik de leraar niet leuk meer. Dus hup, naar een andere leraar, maar daar kon ik het ook niet mee vinden. Uiteindelijk heb ik mij de beginselen vooral zelf aangeleerd.”

Met wat voor muziek ben jij opgegroeid? Arabische of ook westerse muziek?
“Wij luisterden vooral naar klassieke Arabische muziek, voornamelijk uit Egypte en Syrië. Op het conservatorium van Damascus maakte ik kennis met de grote jongens uit westerse klassieke muziek, zoals Bach, Mozart en Beethoven, werd ik verliefd op de veelkleurige Ottomaans-Turkse muziek en studeerde ik Azerbeidzjaanse muziek bij Master Askar Ali Akbar. In de dagen dat Azerbeidzjan een deelrepubliek van de Sovjet- Unie was, werden componisten door het regime gedwongen om  in een meer westerse stijl te componeren, maar het is prachtigom te horen hoe zij hun eeuwenoude tradities daarbinnen wisten te verpakken.”

Je hebt in Nederland verbazingwekkend snel je weggevonden. Hoe is dat gegaan?
“Toen ik eind 2015 in Nederland kwam, was dat natuurlijk een moeilijke tijd. Ik zat lang in onzekerheid over mijn verblijfsvergunning en mijn Engels was ook niet om over naar huis te schrijven, waardoor ik soms niet goed meekreeg wat er om mij heen gebeurde. Gelukkig kwamen er al snel leuke projecten op mijn pad. Ik deed mee aan de voorstelling Hoes en Heerd (geschreven en geregisseerd door Theo de Groot en met onder anderen Marlene Bakker, red.), ik ontmoette flamencogitarist Jeff Heijne, met wie ik direct een muzikale en vriendschappelijke klik had en met wie ik in 2016 de band Sirocco oprichtte, en ik werd uitgenodigd om mee te werken aan de voorstelling Salam van Noord-Nederlands Toneel, Club Guy & Roni en Asko|Schönberg. Ik ben nu vijf jaar in Nederland en ik heb tot nu toe veel geluk gehad met mijn carrière. Ik heb nog nooit iemand gemaild, op de een of andere manier vonden mensen mij via Facebook of YouTube en kreeg ik via die weg uitnodigingen voor projecten of soloconcerten.”

Afgelopen jaar zou het Nederlands Blazers Ensemble tijdens het Ud Festival in het Muziekgebouw in Amsterdam een programma brengen samen met de beroemde Marokkaanse ud-speler Driss El Maloumi, luitspeler David Mackor, bluesgitarist Dusty Ciggaar en flamencogitarist Jeff Heijne. Toen duidelijk werd dat El Maloumi door alle coronamaatregelen niet naar Nederland kon komen, werd Fayad als vervanger gevraagd. “Hoe ze bij mij kwamen? Ik weet het eerlijk gezegd niet precies. Eerst dacht ik dat Jeff erachter zat, maar die wist van niets. Ik vermoed dat het via pianist en componist Julian Schneemann is gegaan, de zoon van Bart Schneemann, artistiek leider van het NBE. Hij kende mijn muziek van YouTube en Spotify. Uiteindelijk is het hele festival doorgeschoven naar 2021, maar zijn Jeff, David, Dusty en ik gevraagd om mee te doen aan het op tv uitgezonden Nieuwjaarsconcert. Hopelijk kunnen we dit jaar het programma (Troubadours) alsnog doen tijdens het Ud Festival en gaan we er daarna ook mee op tournee.”

Trad je eigenlijk ook al op toen je nog in Syrië woonde?
“Als onderdeel van mijn afstuderen aan het conservatorium van Damascus moest ik een aantal concerten doen, maar daarna kon ik het niet meer opbrengen om te spelen terwijl een eindje verderop mensen doodgingen. Syrië wordt geleid door een dictator en voor mijn gevoel zou mijn muziek met hem verbonden worden als ik zou blijven optreden. Ik wil niet geassocieerd worden met een dictator, op welke manier dan ook.”

Je bent niet alleen een fantastische ud-speler, maar ook een ud-maker. Was dat onderdeel van je studie?
“Nee, het hoorde niet bij mijn studie. Ik heb het lang geleden geleerd, gewoon door het te proberen. Nou ja, ik kreeg natuurlijk wel wat uitleg hoe ik het moest aanpakken, maar ik bleek er aanleg voor te hebben. Ik ben goed met mijn handen. Sinds ik in Nederland ben, heb ik echter geen ud meer gemaakt. Uiteindelijk ben ik toch meer muzikant en componist dan instrumentenmaker. Muziek maken en componeren, daar wil ik mijn carrière op focussen.”

En dan staat er op Spotify nog een wonderschoon minialbum, Sufi Taksim.“Ja dat is een apart verhaal. Ik was nog maar net in Nederland toen de eigenaar van TRPT (een high-end Nederlands platenlabel, red.) mij vroeg of ik zin had om  iets op te nemen. Dus ik dacht: ik krijg een muziekstuk of zo, maar eenmaal in de studio zei hij: ‘Nou, wat wil je doen?’ Dus heb ik mijn instrument gepakt en heb me laten leiden door het gevoel van dat moment. Wat je op Spotify hoort is dus puur improvisatie.” Heb je plannen om een heel album op te nemen? Want die drie stukken smaken naar veel meer wat mij betreft.

“Er liggen inderdaad plannen voor een volwaardig debuutalbum, maar het hele project valt of staat – zoals wel vaker – met geld. Twee jaar geleden heb ik subsidie aangevraagd bij het Fonds Podiumkunsten, maar dat is een wereld waar ik totaal niet in thuis ben. Hoewel ze het project in principe positief beoordeelden, miste er nog iets aan mijn aanvraag. Dus dit jaar doe ik een nieuwe poging en lukt het hopelijk wel. Ik heb nu nog geen middelen om mensen in te huren of een manager te betalen, maar daar ga ik mijn weg wel in vinden. Het kost gewoon wat tijd, dat album gaat er vast ook wel komen. We hebben ook al materiaal klaarliggen. Wat het wordt? Hmm, het is muziek die zich lastig in een hokje laat plaatsen. Het is niet per se Oriëntaals, het is geen neoklassiek, het is geen jazz, maar het zit er tegelijk ook allemaal wel in. Het is een mix van wie ik ben, als mens, als muzikant, als componist.”

Heb je nog meer dromen?
“Genoeg, ik ben een dromer. Afgelopen jaar was  een trieste periode omdat mijn vader overleed. Dit jaar wil ik mij weer volledig focussen op mijn carrière. Ik wil mijn Master Wereldmuziek aan het conservatorium van Rotterdam/Codarts afronden. Ik wil nieuwe muziek componeren en ik wil optreden. Ik ga een project doen met jazzpianist en componist Jochem Braat van Asko|Schönberg, die ik nog ken van de voorstelling Salam. Er ligt een plan om met luitspeler David Mackor en sopraan Elisabeth Hetherington een programma te maken met onder andere liederen van John Dowland. En Tranen van Maria, een project van sopraan Johannette Zomer waaraan ik begin vorig jaar heb meegedaan, gaan we in 2021 opnieuw doen. Ik ben als muzikant heel open-minded. Ik vind het interessant om nieuwe mensen te ontmoeten, kennis te maken met andere muziekstijlen en samenwerkingen aan te gaan met artiesten uit welk genre dan ook.”