Team SPOT: Ik ben geen kantoormens
Bij SPOT Groningen staat iedere dag een groot team klaar om uw theater- en concertbezoek zo aangenaam mogelijk te maken. Hoogste tijd om deze mensen eens in beeld te brengen. Wie zijn ze? Wat doen ze? Wat vinden ze leuk aan aan hun werk? Wat zijn hun passies en dromen? Dit keer een interview met Tineke Koopman, verschenen in Agenda van 9 maart t/m 5 april 2020.
Het heet inmiddels floormanager, maar Tineke Koopman (Winschoten, 1985) is natuurlijk gewoon een ouderwetse voorstellingsbegeleider, de olie in de motor van een avondje Stadsschouwburg of De Oosterpoort. Tineke is gek op de georganiseerde chaos van een avondje theater en vertelt in de foyer van de schouwburg over Norg, skiën, haar dochter en een maffe brandweerdroom.
“Met mijn ouders en broertje groeide ik op in Norg, een klein, gezellig en veilig Drents dorpje waar iedereen elkaar kent. Ik heb er een heerlijke jeugd gehad. Ik had leuke vriendinnen en ik schaatste, tenniste en maakte muziek. Ik moest van mijn ouders namelijk noten leren lezen en heb een jaar of drie saxofoon gespeeld.
Toen ik van de basisschool kwam werden andere dingen ineens heel belangrijk en verdween de muziek naar de achtergrond. Ik vind dat achteraf wel jammer: ik kan nog wel een melodietje uit een saxofoon
persen, maar notenlezen ben ik volledig verleerd.”
“Ik ben havo gaan doen, maar niet al te fanatiek, dus dat werd al gauw mavo, haha. Ik koos vervolgens voor
MTRO, een toeristische opleiding aan de Noorderpoort. Ik was toen een jaar of zestien en ging elke dag op en neer naar Groningen. Het is niet dat ik per se iets in die richting wilde doen, ik zag het meer als een leuke overbrugging naar een vervolgopleiding. Ik eindigde met een stage als grondstewardess, ik heb daarom een half jaar in Amsterdam gewoond. Ik had net twee dagen mijn rijbewijs toen ik verhuisde en herinner me dat ik toch wel even moest slikken toen ik de stad inreed. Maar het was een heerlijke tijd en een toffe stage: ik kan er een boek over schrijven. Daar leerde ik ook dat ik goed mijn hoofd koel kan
houden in de chaos. Het tweede half jaar liep ik stage op het reisbureau van V&D in Groningen, bloed- en bloedsaai. Daarna wist ik het zeker: ik ben bepaald geen kantoormens.”
“Ik geloof dat ik vroeger wel eens dacht dat ik persvoorlichter of nieuwslezer wilde worden, maar niet echt als hartenwens hoor. Toch ben ik de hbo-opleiding Communicatie gaan doen in Groningen, dat vind ik toch een veel leukere stad dan Amsterdam. Ik woonde met een vriendinnetje bij Hoornsemeer, een mooie tijd, veel op stap. Zowel mijn gewone als mijn afstudeerstage heb ik bij De Oosterpoort gedaan, in 2007-2008. Op een dag liep ik Ben Oosterwijk in de gang tegen het lijf en hij vroeg me of ik niet achter de bar wilde werken. Dat leek me perfect, overdag stagelopen en ’s avonds in hetzelfde gebouw geld verdienen. Ik heb het een jaar of twee gedaan, met name in MUZE en toen ging een van de floormanagers weg: zo is het eigenlijk allemaal als vanzelf gegaan.”
“Ik vind mijn werk superleuk, zoveel afwisseling. Ik ben van nature positief ingesteld en ga meestal met plezier naar mijn werk. En heb ik een keer geen zin, dan verdwijnt dat als ik het gebouw binnenloop. Ik vind het nog steeds een heerlijk gevoel als de deuren opengaan en al dat leven het theater binnenstroomt. Je komt mensen tegen uit alle lagen, van alle humeuren en maakt vreselijk veel mee. Ik zie bij binnenkomst vaak meteen al: dit zijn lieve mensen, die zijn er duidelijk voor het eerst, die gast gaat zeuren. Meestal komt het uit, soms ook niet, maar het houd je scherp. Ik vind het werk in beide gebouwen leuk, hoewel totaal verschillend: in de schouwburg, dat kleiner en intiemer is, voel je je toch meer gastvrouw dan regelneef.”
“Ik doe naast mijn werk hier wat klusjes als grafisch vormgever, websites, visitekaartjes, dat werk, alleen voor vrienden en bekenden hoor. Maar mijn grote passie – naast ABBA – is skiën, heerlijk! Daar zou ik mijn zomervakantie zo voor laten schieten. Ik heb een dochter van bijna vijf, Lisa. Ik ben een jaar of twee jaar geleden gescheiden van de vader. Het is soms ingewikkeld, Lisa is natuurlijk nog heel jong en ik ben ineens een alleenstaande moeder met een baan. De ene week werk ik tot ’s avonds laat, de week daarop ben ik om 7 ’s ochtends al in de weer. Dat is soms wel slopend. Maar het contact met mijn ex is goed, eigenlijk beter dan ooit, en Lisa vindt het bij ons allebei gezellig, dus we redden ons wel.”
“Ik ben nu 34 en doe dit werk inmiddels alweer dertien jaar. Maar ik kijk momenteel niet vooruit, ik vind het allemaal wel even prima zo. Ik heb een turbulente tijd achter de rug, langzaam mijn leven weer op de rails gekregen, een leuk huisje gevonden en ik zit zelf ook weer goed in mijn vel. De toekomst, dat zie ik wel. Ik heb natuurlijk wel een bucketlist, die is trouwens niet zo lang geleden iets korter geworden. Ik wilde mijn hele leven al supergraag een keer als een brandweerman van zo’n paal naar beneden glijden haha. Een vriend van mij werkt aan de Sontweg en die heeft het geregeld. Het was fantastisch, ik was als een kind zo blij!”