Portretfoto van Laetitia in een donker pak voor een grijze achtergrond leunt op haar hand en ze kijkt naar de linkerbovenhoek

Interview: Laetitia Gerards te gast bij Dutch Delight

Nieuws

Laetitia Gerards is niet alleen een fantastische sopraan, ze houdt ook wel van een beetje avontuur, getuige bijvoorbeeld haar deelname aan het tv-programma Wie is de Mol?. Op donderdag 17 april is ze te gast bij Dutch Delight. Voor de pauze gaat presentatrice Jet Berkhout met Laetitia in gesprek, daarna schuift pianist Thomas Beijer aan voor een programma waarin haar veelzijdigheid prachtig naar voren komt.

Ik weet dat sommige musici het best lastig vinden om eerst in gesprek te gaan en daarna te moeten ‘presenteren’. Hoe zit jij daarin?
“Als ik heel eerlijk ben, vind ik dat ook wel een beetje ingewikkeld. Als ik kort voor een optreden te veel praat, ben ik mijn stem toch een beetje aan het vergeven. Dus nee, ik zou dit niet voor ieder concert doen. Maar ik vind Dutch Delight een ontzettend leuk concept; ik vind het gezellig om met Jet te praten, fijn om met Thomas te spelen en heel leuk om bij jullie in Groningen te zijn.”

Je bent op vijfjarige leeftijd begonnen met cello en tien jaar later geswitcht naar zang. Hoe is dat gegaan?
“Klassieke muziek is mij met de paplepel ingegoten. Mijn moeder gaf pianoles, mijn zus speelde viool, er was gewoon altijd muziek. Ik was als vijfjarige best een stoer meisje en mijn moeder vond cello goed bij mij passen. Eerst wilde ik niet, tot ze me meenam naar een concert – mijn moeder is nogal een doorzetter – en ik de cellist van dichtbij bezig zag. Ik heb daarna tien jaar met veel plezier cello gespeeld en heb nog een tijdje in een regionaal jeugdorkest gezeten. Maar als ik dan solo moest spelen, vroeg ik me steeds af of ik wel goed genoeg was. Ik was ook altijd een beetje zenuwachtig. In mijn puberteit ben ik toneellessen gaan volgen. Daar was ruimte voor een beetje gekte en durfde ik ook op de voorgrond te staan. Door in een andere rol te kruipen, verdween mijn verlegenheid, maar ik miste de muziek. Dus dacht ik: musical, dat is het. Ik ben naar het conservatorium in Tilburg gegaan, kreeg mooie rollen, maar ik merkte dat mijn stem meer naar de klassieke musicals neigde. En daar zijn er niet zo veel van. De wat populairdere musicals vond ik leuk, maar mijn hart ging er niet sneller van kloppen. En met ‘wel leuk’ kun je je brood niet verdienen. Bij opera had ik het gevoel dat alles samenkwam. Ik zag op YouTube fantastische sopranen die en klassieke muziek zongen en acteerden. Toen wist ik: dit is wat ik wil doen.”

Jouw zoektocht tekent eigenlijk ook jouw veelzijdigheid als zangeres. Je hebt een heel breed repertoire, dat varieert van opera tot jazz en pop.
“Ik denk dat de conclusie is dat ik nooit echt in een hokje heb gepast. Opera is voor mij de hoogste kunstvorm. Dat vind ik geweldig om te doen. Maar om mijn leven lang door Europa te reizen en steeds dezelfde rollen te zingen, dat is het ook niet voor mij. Ik vind het ook heerlijk om tijdens Dutch Delight samen met Thomas Beijer een programma te presenteren dat ruimte biedt aan klassieke muziek van Ravel, maar ook hedendaags werk van componisten als George Crumb en Jake Heggie, of een cabaretsong. Het wordt echt een avond vol variatie.”

Je hebt in 2022 meegedaan aan het tv-programma Wie is de Mol?. Wat heeft dat jou gebracht?
“Nou, in ieder geval heel veel avontuur. We zaten net in coronatijd, alle concerten waren afgezegd. Ik miste de adrenaline van het op het podium staan, dus de vraag om mee te doen kwam wat dat betreft op het perfecte moment. Wat leuk was, is dat er door mijn deelname ineens ook jonge meiden bij mij in de zaal zaten, die mij via Wie is de Mol? hadden leren kennen. Na afloop kwamen ze naar mij toe en vertelden dat ze klassieke muziek toch wel heel erg tof vonden. Dat soort reacties heb ik vaker gehad en dat is natuurlijk precies wat we met z’n allen willen: dat we jonge mensen warm kunnen maken voor klassieke muziek.”

Zijn er artiesten – binnen of buiten de opera en de klassieke muziek – die jou inspireren?
“Ik vind Cecile McLorin Salvant heel inspirerend. Zij is een van de allerbeste jazzzangeressen van dit moment, met een volstrekt eigen stijl. Ze laat zich ook beïnvloeden door klassieke muziek, soul, blues en pop. Die veelzijdigheid trekt mij aan, dat snap je inmiddels wel. En dan ook nog die geweldige stem!”

Heb je de film van Maria Callas al gezien? Dat is voor veel operazangeressen toch ook een schoolvoorbeeld?
“Ja dat klopt, die film staat voor volgende week in de planning. Ik ben heel benieuwd.”

Zijn er dingen die jij doet of juist niet doet om jouw stem in topvorm te houden?
Lachend: “Geen urenlange gesprekken geven voor het concert. Maar serieus: als ik ’s avonds moet optreden, hou ik daar de hele dag rekening mee. Ik probeer uit te slapen, wat nu ik net moeder ben geworden niet altijd lukt. Ik doe wat yoga en meditatie-achtige oefeningen en ik spaar mijn stem. Ik voer geen lange telefoongesprekken, ik ga geen discussies aan met mijn vriend en de avond ervoor drink ik zeker geen alcohol.”

Ik bedenk me ineens dat morgen in het zuiden het carnaval losbarst. Daar ben jij als geboren en getogen Brabantse toch ook niet ongevoelig voor.
“Ik heb als kind heel veel carnaval gevierd. Tegenwoordig woon ik in Amsterdam, daar wordt geen carnaval gevierd, maar ik hou nog steeds heel erg van verkleden, wat als operazangeres best handig is overigens. Ik vind het ook leuk om naar themafeestjes te gaan of ze zelf te organiseren. Dat verkleden zit me toch een beetje in het bloed haha.”

Je noemde net dat je moeder bent geworden: dat lijkt me los van alle mooie momenten in jouw werk wel het hoogtepunt van het jaar toch?
“Zeg maar gerust het hoogtepunt van mijn leven tot nu toe. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik moeder wilde worden. De vraag was of ik een leuke papa zou ontmoeten en hoe ik het moederschap moest combineren met mijn werk. Dat we nu een gezonde dochter van inmiddels bijna zes maanden hebben is een groot avontuur. Het relativeert ook, want hoe dol ik ook op mijn vak ben, het is niet meer het allerbelangrijkste. Tegelijk word ik er ook heel ambitieus van. Ik wil een voorbeeld zijn voor mijn dochter, haar straks dingen kunnen meegeven.”

Het lijkt me als jonge ouders nog best een zoektocht om de balans tussen privé en werk te vinden. Moeten opa en oma vaak inspringen?
“Die passen inderdaad af en toe wel op en ze gaat ook al naar de opvang. Tien weken na de bevalling stond ik alweer in het Concertgebouw. Omdat mijn vriend wat langer vrij heeft genomen, durfde ik dat wel aan. Maar eigenlijk kan ik deze vraag nog niet beantwoorden. Voor ons is het avontuur net begonnen.”

 

Portretfoto van Laetitia in een donker pak voor een grijze achtergrond leunt op haar hand en ze kijkt naar de linkerbovenhoek